BIJ DE INVOERING VAN HET LEENSTELSEL KREEG DE CHE EXTRA GELD OM DE ONDERWIJSKWALITEIT TE VERBETEREN. DE CHE KOOS DRIE THEMA’S EN STARTTE NEGEN PROJECTEN.

 


In dit Impactrapport laten we zien welke impact deze projecten hebben gemaakt, binnen én buiten de hogeschool.

 

 

TOEKOMSTPROOF ONDERWIJS:

 

 

 

 

Een beweging die ons nog jaren zal helpen!

De afgelopen vijf jaar werd er bij de CHE,  tussen de bedrijven door, gewerkt aan een ambitieus traject: Programma Toekomstproof Onderwijs (PTO). Wat begon als een invulling van de StudieVoorschotMiddelen (SVM), groeide uit tot een hogeschoolbrede beweging die onderwijsinnovatie naar een hoger plan tilde. Jannette Meiling, Herman Oevermans en Marion van Alten schetsen een beeld van wat Programma Toekomstproof Onderwijs heeft betekend voor de hogeschool en wat de blijvende impact ervan zal zijn.

In 2018 gaf het ministerie instellingen voor hoger onderwijs de opdracht een plan te maken voor de besteding van de SVM-gelden. Dit was het startpunt voor PTO. 

Herman Oevermans, destijds als directeur onderwijs opdrachtgever van PTO: “We besloten die middelen te gebruiken om ons onderwijs toekomstbestendiger te maken, groeien in collectieve bekwaamheid hoe je goed onderwijs ontwikkelt en verzorgt. Waardoor je ook sneller kunt inspelen op vragen uit de markt, dus wendbaarder wordt.”

Vanaf het begin af aan werden alle stakeholders daarbij betrokken: studenten, werkveldpartners, medewerkers – iedereen mocht meedenken. En dat leverde uiteindelijk een programma op met maar liefst negen projecten.

De negen projecten waren qua inhoud ook gevarieerd: van flexibilisering van onderwijs tot het versterken van professionele identiteit. Met als overeenkomst: samen leren en bouwen aan een sterker, toekomstbestendig onderwijsfundament.

“Maar niet alleen samen leren bouwen, ook samen leren onderhouden,” onderstreept Marion van Alten, tot voor kort programmamanager PTO. “Door vaker te werken met audits en panels onderhouden wat je hebt opgezet. En dit vervolgens verbeteren, verder brengen.”

Herman vult aan: “Bovendien vroeg de overheid om strakke governance en gedetailleerde verantwoording. En het was een lang traject: vijf jaar vergt een lange adem. Alles bij elkaar was het professionaliseren van ons programma- en projectmatig werken heel leerzaam voor ons.”

Samenwerking als sleutel

“Vanaf 2021 zagen we dat de 9 projecten in feite uit een aantal verschillende clusters van projecten bestonden, en die samen een geheel vormden,” vertelt Jannette Meiling, die in 2021 het stokje van Herman overnam als opdrachtgever van het programma.

“Daarbij werd PTO3 – flexibel onderwijs – het richtpunt voor de afzonderlijke projecten en de samenwerking ertussen.” Deze aanpak bracht meer structuur, maar ook een bredere samenwerking tussen opleidingen, studenten en ondersteunende diensten.

“Het was bijzonder om te zien hoe docenten van verschillende opleidingen elkaar gingen opzoeken m.b.t. verschillende onderwerpen,” reageert Marion. “Zo werd PTO ook breder gedragen in de organisatie.” Jannette vult aan: “Dit baande weer de weg voor de uitrol van nieuwe programma’s, zoals nu flexibel onderwijs en Leven Lang Ontwikkelen (LL)).”

Lessen en uitdagingen

Het implementeren van een programma als PTO, met het opstellen van KPI’s, het bemensen van projecten en het meetbaar maken van resultaten, was volgens Marion geen eenvoudige opgave. Een andere uitdaging was het creëren van duurzame veranderingen.

“We wilden niet alleen resultaten boeken, maar ook een cultuurverandering bewerkstelligen,” zegt Jannette.

Dat lukte, bijvoorbeeld met flexibel onderwijs, waar opleidingen en studenten nu al de vruchten van plukken. Of de bundeling van learning communities en innovatieve werkplaatsen waarmee studenten leren denken buiten de muren van hun eigen vak/professie.

De impact van PTO

PTO leverde veel meer op dan alleen projecten op papier, benadrukken de geïnterviewden. De hogeschool heeft een belangrijke niveausprong gemaakt: de organisatie heeft bijvoorbeeld veel nieuws geleerd over projectmatig werken. Daarnaast zorgde PTO voor een blijvende samenwerking tussen opleidingen en teams. Herman: “Docenten werken nu bijvoorbeeld vaker over de grenzen van hun opleiding heen. Dat maakt ons sterker voor de toekomst.”

De context

Eind 2024 wordt het Programma Toekomstproof Onderwijs, PTO, afgerond. Maar wat heeft dit programma voor de CHE-student en medewerker gebracht? De eerste stappen op weg naar PTO zijn al in 2019 gezet. De studiebeurs was afgeschaft en omgezet in middelen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De CHE betrok studenten, medewerkers, HR én het werkveld bij de invulling van de middelen. Wat vinden zij nou echt belangrijk?

 

 

Daaruit kwamen deze drie thema’s naar voren:

  • Vergroten professionele identiteit
  • Flexibel leven lang leren
  • versterken professionele leergemeenschappen

Samen vormen zij ‘Programma Toekomstproof Onderwijs’.

Als we de afgelopen jaren in een paar woorden samenvatten zou dat samenwerken en community zijn. Door PTO is er meer samenwerking ontstaan tussen opleidingen, partners in de regio, interne afdelingen en projecten.

 

Verbeteren professionele identiteit

Het eerste thema: PTO1 Professionele Ontwikkeling wil studenten helpen hun eigen stem en eigen identiteit te vinden en te ontwikkelen. Als mens en als professional. Zo sta je steviger in je schoenen en leer je meer regie te pakken in je studie en werk. Kortom: het ontwikkelen van veerkracht! Binnen álle opleidingen van de CHE wordt hier aandacht aan besteed.

Ontwikkelen van veerkracht

Ook bij PTO2: StudentenWelbevinden is veerkracht een thema. Dankzij PTO-gelden kunnen we véél beter onderzoeken hoe het met onze studenten gaat en wat zij nodig hebben. We kunnen jaarlijks de Time-Out week organiseren met thema’s die goed aansluiten bij wat er op dat moment onder studenten speelt.

Flexibel leven lang leren

Dan over naar het tweede thema. PTO3 Flexibel Onderwijs wil studenten meer regie geven, zodat het onderwijs past bij iedere levensfase. Studeren met ruimte voor een bijbaan, een onderneming naast je studie, een gezin of mantelzorg?

De CHE wil dit zó vormgeven dat je een leven lang kunt blijven ontwikkelen. Dat leven lang leren werd ook ingevuld door PTO4: MBO in- en doorstroom Dit project helpt studenten bij de overstap van het mbo naar het hbo.

Met Quickstart kunnen zij zich laten bijspijkeren in hun studievaardigheden, waardoor ze beter doorstromen en hun studie afmaken. Bij Quickstart werd nauw samengewerkt met PTO7: Taal Centraal.

Zij helpen studenten met taalvragen en regels rond bronvermelding, zodat het taalniveau van studenten wordt verbeterd. Dat doen ze door masterclasses en cursussen te organiseren, én door individuele begeleiding van taalcoaches. PTO5 was er met het Honours Programma voor studenten die een extra uitdaging zochten tijdens hun studie.

Er zijn verschillende vormen van dit programma aangeboden aan studenten om te ontdekken welke het beste aansluit. Ondanks een positieve waardering van studenten die meededen, werd het programma in 2023 gestopt wegens beperkt aantal deelnemers.

Versterken professionele leergemeenschappen

Met PTO6: Learning Communities kunnen studenten deelnemen aan onderzoek dat relevant is voor de beroepspraktijk waarvoor ze worden opgeleid. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van bedrijven of organisaties uit het werkveld. Bij PTO8: Innovatie Werkplaatsen leren studenten ook om op een innoverende manier vraagstukken op te lossen. Studenten uit verschillende studies werken aan een vraagstuk dat voor iedereen nieuw is en de vakgebieden overstijgt.

 Zo kom je tot antwoorden en oplossingen die je vanuit één professie niet zou hebben bedacht. Interprofessioneel leren vinden we belangrijk, want onze samenleving vraagt om professionals die innovatief kunnen denken en werken. Dit vinden we belangrijk, want onze samenleving vraagt om professionals die innovatief kunnen denken en werken.

Met het laatste project, PTO9: Versterken Docentkwaliteit, investeren we volop in de kwaliteit van onze docenten. Zij zijn cruciaal in het leerproces van studenten en de veranderende wereld, wat veel ontwikkeling en aanpassingsvermogen van ze vraagt. Door te investeren in docenten, investeren we rechtstreeks in onze studenten.

Deze doelen zijn behaald:

Docenten/begeleiders zijn vertrouwd geraakt met het gemeenschappelijke

PI-model.

De PTO1-communitygelden gaven in alle opleidingen een boost aan leren in

community.

Werken aan professionele identiteit is geïntegreerd in alle

CHE-opleidingen.

Jan Willem Lutgendorf is vanuit de opleiding ICT betrokken bij het project Professionele Identiteit (PI). Binnen de CHE besteden opleidingen op verschillende manieren aandacht aan het ontwikkelen van een PI. Jan Willem vertelt hoe ze dat binnen ICT doen bij zowel studenten als docenten.

Jezelf positioneren

Vlak voor de zomervakantie vond er een Open Source Event plaats binnen de CHE. Daarbij komen HBO-ICT studenten, het (lokale) bedrijfsleven en onderzoekers bij elkaar om de samenwerking en de resultaten van de verschillende opdrachten met elkaar te vieren. Jan Willem: “Ik gaf daar een workshop over Professionele Identiteit. Met studenten en beroepsprofessionals keken we naar het inzetten van je professionele leergeschiedenis. Wat heb je allemaal gedaan en hoe heeft dat je gevormd? Daarna gingen we op zoek naar kiemen: welke woorden draag je altijd bij je? Wie ben je, wie wil je zijn in verschillende contexten?

Voorbeeld PI-Model

ICT-studenten zijn in hun derde en vierde jaar bezig met PI in hun kerntaken. In semester 8 hebben ze het dan over ‘jezelf positioneren’. Het PI-model gebruiken we dan als kapstok. Studenten krijgen in dat stadium vaak al aanbiedingen voor banen via LinkedIn. >>

>> We bespreken dan met elkaar dat je aan zo’n aanbieding of advertentie niet kunt zien hoe de team- en bedrijfscultuur is of hoe je dag eruit ziet.

Dus dan komen we op de vraag: hoe kun je je baan matchen met wat je zelf belangrijk vindt? Ik probeer dan samen met studenten helder te krijgen hoe je persoonlijke zelf en je professionele zelf eruit zien. Dat helpt om een baan te vinden die bij je past.

Cultuur

‘Zo hadden we bijvoorbeeld een student die herhaaldelijk te laat kwam tijdens zijn stage en daarnaast ook nog een aantal keer eerder naar huis was gegaan. De stagebegeleider vond dit nonchalant, vond dat er een loopje met hem werd genomen. Maar de student zei: ‘Ik geef toch netjes aan dat ik eerder wegga?’

Daar zie je hoe het institutionele frame botst met de persoon. Je ziet dan hoe belangrijk het is dat je als student ook de cultuur van het bedrijf begrijpt waar je stage loopt. Voor sommige mensen is dit een prima cultuur, maar voor deze student niet. Wat blijft er nog van jouzelf over als ze bij je kantoor niet echt kijken naar wat je doet maar wel hoe laat je er bent? Het is heel leerzaam als je er tijdens een stage achter komt dat dit niet bij je past.’

1

 

 

Op een frisse, bewolkte donderdagochtend stroomt station Lunteren langzamerhand vol met zo’n 90 tweedejaars studenten HRM en Bedrijfskunde en docenten. Ze staan klaar voor de Tweedaagse: twee dagen lang ervaren én reflecteren op je professionele identiteit. Docent Maarten Geels geeft staand op een transformatorhuisje naast het spoor het startschot voor de Tweedaagse:

2

‘We gaan vandaag en morgen leuke dingen doen, misschien ook wel spánnende dingen voor sommige mensen (…)

3

(…)Het doel van vandaag is vooral om je voor te bereiden op morgen. Vandaag gaan we reflecteren en ervaren. Morgen gaan we dat toepassen en presenteren in onze positionspaper.


 

Stilstaan

Niet alle studenten staan te trappelen om aan de slag te gaan. We checken bij een groepje dat bijna van start gaat onder leiding van coach Anne-Matthea van Dam. Zo vertelt Rhodé, één van de studenten Bedrijfskunde: Het gaat alleen maar over jezelf, dat vind ik niet zo boeiend. Vandaag en morgen zie ik niet zo heel positief in.’

Het programma is voor haar en de andere studenten tot nu toe grotendeels onbekend, hoewel de paklijst al doet vermoeden dat er flink gewandeld wordt én dat het geen luxe verblijf wordt. Niet alle studenten zien de komende twee dagen zo somber in.

Jesse vindt de aandacht voor jou als persoon heel prettig: ‘Sowieso is de CHE in vergelijking met andere hogescholen meer gericht op wie jij bent. Ik vind het fijn om daarbij stil te staan, te ontdekken wat mijn talenten zijn en waar ik naar toe werk’.

Daarin ziet Anne-Matthea ook de meerwaarde van PTO 1. ‘Voor mij zit het in het stilstaan en reflecteren. Veel studenten zijn gewend om vooral te doen. In lessen over professionele identiteit sta je bijvoorbeeld stil bij de vraag, hoe komt het eigenlijk dat we die planning nooit halen? Door deze lessen leer ik mijn studenten ook beter kennen.

 


Mannetje staan

Dag één van de Tweedaagse staat in het teken van wandelen rondom Lunteren. Aan de hand van coördinaten worden de studenten langs verschillende punten geleid terwijl ze verschillende vragen bespreken. Het duurt even voordat het groepje op stoom komt, als ze de tracker en instructies ontvangen. ‘Misschien moeten we de handleiding even lezen?’, klinkt het. En gemopper als het niet snel genoeg gaat: ‘Je mag het anders ook zelf doen’.

Ook Anne-Matthea spoort de groep na een kwartiertje stilstaan aan. ‘We moeten er vanavond wel zijn hé?’ Maar dan gaan ze toch op weg, naar coördinaat één. Al na een meter of honderd staan ze op de goede plek, en wordt het kaartje tevoorschijn gehaald waarbij ze gevraagd worden naar hun stage. Jesse heeft tijdens zijn stage geleerd dat je meer uit je schulp mag kruipen. 

4

‘Ik heb een stage waar ik veel verantwoordelijkheid heb, en ik heb geleerd om mezelf te laten zien en zelfvertrouwen te hebben (…).

5

Ik durf wat meer om mijn mannetje te staan. Eerder dacht ik, ik ben toch maar de stagiaire.’

Balans werk en privé

In de planning staat dat de zandgroeve in Lunteren de eerste plek is waar alle groepjes stoppen voor een escapespel. Maar het is even wachten, want niet alle groepjes hebben er de vaart in zitten. Foto’s verschijnen in de app van groepjes die heerlijk in de zon op het terras zitten.

De groep onder leiding van Gert komt als eerste binnen. Welke gesprekken hebben zij gehad onderweg? Christel vertelt dat ze het gehad hebben over de balans tijdens stage tussen werk en privé. ‘Ik vind dat nog best lastig! School heb je ongeveer twee keer een halve dag, op stage zit je vier en een halve dag. Dat was wel echt pittig.’ Christel en haar groepsgenoten vinden het wel gezellig, zo’n pauze van hun stage. Uit de tassen komen allerlei snacks die gedeeld worden, en ze maken het zich gemakkelijk op het groene veld.

 

Comfortzone

Na een lange dag lopen komen de groepjes uiteindelijk aan bij Congrescentrum Belmont, waar ze in tenten verblijven. Het avondprogramma is voor een groot deel vrij, en wordt besteed aan voetballen, chillen en door sommige met een bezoekje aan de kroeg. Op de vrijdagochtend wordt de groep in tweeën gedeeld, en luisteren de studenten naar de inspirerende bijdragen van oud-student Rivka en ondernemer Niek.

Rivka vertelt op enthousiaste wijze over haar afgeronde opleiding en de combinatie van haar werk (bij Defensie) en haar studie communicatiewetenschappen. Ze moedigt de studenten aan om met hun stages verschillende plekken te ontdekken:  ‘Je leert zoveel als je in het diepe wordt gegooid!’.

 

Ook Niek trekt de studenten uit hun comfortzone door er een interactieve sessie van te maken. Aan de hand van een concrete casus (over de inzet van AI voor HRM) laat hij de studenten in een directie-overleg de verschillende perspectieven belichten.  De studenten leven zich flink in en er wordt flink gediscussieerd. Later in de middag gaan de studenten verder aan de slag met voorbereiding en presentatie van hun positionpaper. 

Een week na dato kijkt Rhodé ´opzich wel positief´ terug op de Tweedaagse. ´Het was onderling wel gezellig en leuk om iedereen weer te zien, maar het had allemaal wel wat korter gekund.’ Desondanks is ze naar huis gegaan met een inzicht dat is blijven hangen:

 

 

6

‘Wat ik wel heb meegenomen is wat Rivka zei: ‘Denk niet dat je maar een stagiaire bent. Collega’s van alle leeftijden brengen weer nieuwe inzichten en perspectieven mee.’

Meer waardering

De recent NSE-enquete laat zien dat CHE-breed op de vraag “ik heb in dit semester een ontwikkeling van mijn professionele identiteit doorgemaakt” in semester 2 van 2023-2024 4.1 werd gescoord in vergelijking met een 3.9 in semester 1 van 2023-2024.

Dit is 5 procent meer waardering gemiddeld onder alle voltijdsstudenten van alle opleidingen.

PI-Model eigen gemaakt

Naar schatting heeft 80 procent van alle docenten/studentbegeleiders deelgenomen aan leer-werksessies georganiseerd door PTO1 en zich zo het PI-model eigen gemaakt.

Een mooi ontwikkeld middel was de PI Podcast: De eerste podcast rond PI is in 2023 gemaakt en begin 2024 online geplaatst;

Gerichter werken aan professionele identiteit

Studenten danken aan het gerichter en intensiever werken aan een professionele identiteit een groei in zelfsturing, veerkracht, wijsheid en excellentie.

Zij hebben scherper waar zij van zijn en kunnen van daaruit ook duidelijker eigen keuzes maken en ontdekken waar en hoe zij in de beroepspraktijk hun plek vinden en van betekenis kunnen zijn.

Leren in community – iedereen deed mee!

Alle voltijdsstudenten van alle opleidingen hebben de afgelopen jaren deelgenomen aan community-activiteiten bekostigd vanuit PTO1-gelden. Denk aan:

  • introkampen
  • PI-tweedaagsen bij BK/HRM
  • studiereizen naar Brussel
  • Professionele Identiteits events 

 

Daarnaast is jaarlijks door 10 tot 15 verschillende minoren met behulp van PTO1 communitygelden geïnvesteerd in talloze vormen van leren in community in binnen en buitenland met toenemende aandacht voor ervaringsleren, vaak outdoor.

Werken vanuit bezieling

Intensief en gericht blijven werken aan professionele identiteit draagt bij aan werken vanuit bezieling, die heel persoonlijk is en individueel maar óók kan worden gedeeld met en gedragen door anderen.

In een steeds complexere en snel veranderende en veeleisende beroepspraktijk is werken vanuit bezieling voorwaarde om het vol te blijven houden.

Meer waardering

De recent NSE-enquete laat zien dat CHE-breed op de vraag “ik heb in dit semester een ontwikkeling van mijn professionele identiteit doorgemaakt” in semester 2 van 2023-2024 4.1 werd gescoord in vergelijking met een 3.9 in semester 1 van 2023-2024.

Dit is 5 procent meer waardering gemiddeld onder alle voltijdsstudenten van alle opleidingen.

Leren in community – iedereen deed mee!

Alle voltijdsstudenten van alle opleidingen hebben de afgelopen jaren deelgenomen aan community-activiteiten bekostigd vanuit PTO1-gelden. Denk aan:

  • introkampen
  • PI-tweedaagsen bij BK/HRM
  • studiereizen naar Brussel
  • Professionele Identiteits events 

 

Daarnaast is jaarlijks door 10 tot 15 verschillende minoren met behulp van PTO1 communitygelden geïnvesteerd in talloze vormen van leren in community in binnen en buitenland met toenemende aandacht voor ervaringsleren, vaak outdoor.

PI-Model eigen gemaakt

Naar schatting heeft 80 procent van alle docenten/studentbegeleiders deelgenomen aan leer-werksessies georganiseerd door PTO1 en zich zo het PI-model eigen gemaakt.

Een mooi ontwikkeld middel was de PI Podcast: De eerste podcast rond PI is in 2023 gemaakt en begin 2024 online geplaatst;

Werken vanuit bezieling

Intensief en gericht blijven werken aan professionele identiteit draagt bij aan werken vanuit bezieling, die heel persoonlijk is en individueel maar óók kan worden gedeeld met en gedragen door anderen.

In een steeds complexere en snel veranderende en veeleisende beroepspraktijk is werken vanuit bezieling voorwaarde om het vol te blijven houden.

Gerichter werken aan professionele identiteit

Studenten danken aan het gerichter en intensiever werken aan een professionele identiteit een groei in zelfsturing, veerkracht, wijsheid en excellentie.

Zij hebben scherper waar zij van zijn en kunnen van daaruit ook duidelijker eigen keuzes maken en ontdekken waar en hoe zij in de beroepspraktijk hun plek vinden en van betekenis kunnen zijn.

‘Hoogtepunt voor mij waren de momenten waarop we erop uit trokken met studenten en docenten.’

Deze doelen zijn behaald:

Bewustwording van

mentaal welzijn.

 

 

 

 

Vindbaarheid van

StudentenWelzijn.

 

 

 

 

Gebruik maken van StudentenWelzijn

aanbod.

 

 

 

 

1

Wat begon als een Time-Out dag 4 jaar geleden, is inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijkse Time-Out week op de CHE. Het doel? Studenten bewust maken van hun eigen welzijn. Dat geven Margrete Bac en Sietske Rienks van StudentenWelzijn elk jaar op een of andere manier vorm tijdens deze week. ‘Ieder keer is het weer samen met studenten zoeken welke thema’s er voor hen relevant zijn.’

Margrete Bac en Sietske Rienks kijken terug op een geslaagde Time-Out week in maart. ‘Zo hebben we met 50 studenten en docenten gekeken naar de documentaire ‘Uit de schaduw’ van Hanna Verboom. 

2

 

‘Vervolgens hebben we doorgesproken wat het voor haar betekent om met een bipolaire stoornis te leven, en dat was heel indrukwekkend.’

 

3

Het was heel inspirerend om haar boodschap te horen dat, als je te maken hebt met een uitdaging, je met een paar aanpassingen heel goed door kan gaan met je leven. Daar is zij écht een voorbeeld in.’

 


 

Van Time-Out dag naar week

De Time-Out activiteiten startten vier jaar geleden in maart met één Time-Out dag, net voordat de coronapandemie begon.‘Na corona vonden we het belangrijk om hier meer aandacht aan te geven en breidden we het uit naar een week. Nu zijn we samen met collega’s van Human Resource Management op zoek naar een manier om de Time-Out week meer te borgen, niet alleen voor studenten maar voor de héle hogeschool. We willen verder onderzoeken of we de Time-Out week bijvoorbeeld in een andere maand moeten organiseren of eventueel samen kunnen optrekken met de vitaliteitsweek in november.’

De activiteiten van StudentenWelzijn worden deels gefinancierd vanuit de gelden voor PTO.

 

 

Betrekken van studenten

Een uitdaging voor de Time Out week in de komende jaren zien Sietske en Margrete in het blijvend bekend maken van de Time Out week. ‘Ieder jaar starten er natuurlijk nieuwe eerstejaars, en die kennen de Time Out week nog niet. We proberen ervoor te zorgen dat de week zichtbaar blijft voor alle studenten, zodat iedereen weet waar hij of zij naar toe kan als ze belemmeringen tegenkomen’.

4

 

undefined

Niet onbelangrijk, want uit het jaarverslag van 2022 – 2023 blijkt dat er tijdens dit studiejaar meer dan 2500 gesprekken zijn geweest tussen studenten en StudentenWelzijn. Ook het betrekken van studenten blijft een aandachtspunt.

 

5

‘Studenten hebben maar weinig tijd tussen hun lessen in door een heel effectief rooster. Er is weinig tijd om een beetje te hangen, terwijl lummeltijd zó belangrijk is. Soms denk je, hebben studenten het vaak niet te druk voor de Time-Out week? Maar het gaat ons er niet om binnen de Time-Out Week zoveel mogelijk studenten deel te laten nemen, maar dat elke student zich bewust wordt van en nadenkt over zijn eigen welzijn. Studenten áctief betrekken bij de week is en blijft een klus. Om hen te blijven binden, moeten we samen met hen op zoek blijven gaan naar wat hen aanspreekt.

6

Maar dat vinden we heel leuk, om studenten zélf actief te maken.’

Kruisbestuivingen

Het project heeft samenwerking opgeleverd op het gebied van kruisbestuivingen tussen:

  • verschillende PTO projecten1, 3 ,4, 6, 7 en 9.
  • Lijnen met andere onderdelen van de organisatie – bijv. curriculumteams, directie, HRM/HRD.

     

De cijfers

Minimaal 33 procent van de studenten maakt gebruik van aanbod van StudentenWelzijn. In 2023-2024 waren dat:

  • 1.535 studenten.       
  • 2.561 gesprekken.    
  • 61 trainingen. 

Welzijnsweek

Dankzij PTO-gelden is er een vaste welzijnsweek in het jaarprogramma van de CHE geïntroduceerd.

 

Een niet te missen plek!

Het studenten welbevinden staat op de kaart. StudentenWelzijn heeft nu een niet te missen plek in de organisatie van de CHE, met een fysieke gang én aanbod dat steeds wordt afgestemd en geïnnoveerd op de ondersteuning van mentaal welzijn van studenten.  

Méér aandacht

Ook is er door dit PTO project méér aandacht voor diverse ondersteuningsthema’s zoals inclusief onderwijs, sociale veiligheid en functiebeperking. Daarnaast hebben welzijnsthema’s een integrale plek binnen het curriculum (PI-lijn) van de opleidingen.

Kruisbestuivingen

Het project heeft samenwerking opgeleverd op het gebied van kruisbestuivingen tussen:

  • verschillende PTO projecten1, 3 ,4, 6, 7 en 9.
  • Lijnen met andere onderdelen van de organisatie – bijv. curriculumteams, directie, HRM/HRD.

     

Een niet te missen plek!

Het studenten welbevinden staat op de kaart. StudentenWelzijn heeft nu een niet te missen plek in de organisatie van de CHE, met een fysieke gang én aanbod dat steeds wordt afgestemd en geïnnoveerd op de ondersteuning van mentaal welzijn van studenten.  

De cijfers

Minimaal 33 procent van de studenten maakt gebruik van aanbod van StudentenWelzijn. In 2023-2024 waren dat:

  • 1.535 studenten.       
  • 2.561 gesprekken.    
  • 61 trainingen. 

Méér aandacht

Ook is er door dit PTO project méér aandacht voor diverse ondersteuningsthema’s zoals inclusief onderwijs, sociale veiligheid en functiebeperking. Daarnaast hebben welzijnsthema’s een integrale plek binnen het curriculum (PI-lijn) van de opleidingen.

Welzijnsweek

Dankzij PTO-gelden is er een vaste welzijnsweek in het jaarprogramma van de CHE geïntroduceerd.

 

‘Ik ben ontzaglijk blij dat StudentenWelzijn nu staat als een huis!’. 

Deze doelen zijn behaald:

Leerbehoefte van studenten vertaald naar een

Flexibel curriculum.

Flexibele keuzes in het curriculum worden ondersteund door

passende onderwijslogistieke processen.

Ontwikkelen van flexibel onderwijs legt de basis voor

samenleren.

Vanaf september 2023 wordt flexibel onderwijs hogeschoolbreed ingevoerd, dus al onze medewerkers hebben er inmiddels mee te maken (gehad). Veranderingen roepen altijd vragen op, vaak heel terecht. Zoals bijvoorbeeld: op welke manier heeft flexibiliseren van onderwijs impact op de kwaliteit die we bieden? Jessica van Benthem is lid van het Curriculumteam (CT) van verpleegkunde en deelt haar ervaringen na een jaarlang werken met flexibel onderwijs.

Minder vertragen

De verpleegkundeopleiding heeft inmiddels een jaar ervaring met flexibel onderwijs. Jessica legt uit dat dit zorgvuldig is aangepakt: “Ons curriculum is – net als inmiddels bij andere opleidingen – opgebouwd uit blokken van 10 EC, wat overzicht biedt. Er is een duidelijke leerlijn, maar als er iets anders gaat dan gedacht, hoeven studenten niet meteen een halfjaar over te doen of uit te lopen. Met hun studentbegeleider kunnen ze opnieuw naar hun studieplan kijken en bepalen wat een haalbare stap is voor het aantonen van de  leeruitkomsten.”

De rol van de studentbegeleider is cruciaal voor het behoud van kwaliteit, vindt Jessica.

Ze begeleiden studenten meerdere jaren en kunnen zo hun ontwikkeling over een langere periode monitoren. Zo kun je voorkomen dat je alleen de snelle oplossing zoekt in het hier en nu, maar juist samen nadenken wat over de hele studie heen een verstandige route is.

Holistisch beoordelen

Een uitdaging is het holistisch beoordelen en de vrijheid voor studenten om leeruitkomsten op verschillende manieren te demonstreren. “Dit vereist begeleiding vanaf het eerste studiejaar,” legt Jessica uit. “Hier starten met het zogenaamde ‘scaffolding’* helpt studenten bij het zelf leren maken van (creatieve) keuzes om te bewijzen dat ze de stof beheersen. Dat vraagt om maatwerk, er is geen one size fits all. En dat kan spannend zijn. Zowel onder studenten als docenten zijn er die  moeite hebben met deze vrijheid, maar anderen die juist goed gedijen bij meer autonomie en ruimte voor creativiteit. Door hierover met elkaar in gesprek te blijven, onder andere door veelvuldig te kalibreren, zoeken we hierin samen naar een nieuw flexibel en leerwegonafhankelijk normaal”.

De risico’s

Jessica erkent dat nieuwe onderwijsvormen altijd risico’s met zich meebrengen. “Er zijn altijd kinderziektes en je moet de tijd nemen om er feeling mee te krijgen. Om de kwaliteit te waarborgen, evalueren we (CT en examencommissie) samen met de examinatoren van een semesterprogramma tweemaal per jaar. We stellen elkaar vragen over hoe we de kwaliteit van toetsen en onderwijs bewaken en sturen bij waar nodig.” Na een jaar op deze manier gewerkt te hebben, voelt Jessica zich optimistisch: “Voor examinatoren is het prettig om even uit te zoomen, elkaars verhalen te horen en kritisch bevraagd te worden. Dan kun je met iets meer afstand en meer ogen naar je werk kijken. Zo houd je met elkaar de kwaliteit in de gaten.”

Vertragen & versnellen

Studenten kunnen vertragen/versnellen, leerwegonafhankelijk toetsen, elk half jaar kiezen voor een leerarrangement wat aansluit bij hun behoeften.

Voorspelbaar rooster voor studenten

Door het roosteren in blokken is er een voorspelbaar rooster voor studenten en medewerkers. Voltijd studenten hebben daarnaast één vaste vrije dag in de week.

Programma’s kiezen en combineren

Doordat alle opleidingen op dezelfde manier zijn ingericht, is het voor de toekomst eenvoudiger om onderwijseenheden bij een andere opleiding te volgen, onderwijseenheden te vermarkten en onderwijseenheden in gezamenlijkheid met andere opleidingen te ontwikkelen.

Door het lerend netwerk, zijn medewerkers van de inhoud en de processen beter gaan samenwerken.

Door de vier pilots uit te voeren, is een samenwerking op inhoud en processen tot stand gekomen die in de toekomst helpt bij de inrichting van een Leven Lang Ontwikkelende (LLO) organisatie.

Vertragen & versnellen

Studenten kunnen vertragen/versnellen, leerwegonafhankelijk toetsen, elk half jaar kiezen voor een leerarrangement wat aansluit bij hun behoeften.

Programma’s kiezen en combineren

Doordat alle opleidingen op dezelfde manier zijn ingericht, is het voor de toekomst eenvoudiger om onderwijseenheden bij een andere opleiding te volgen, onderwijseenheden te vermarkten en onderwijseenheden in gezamenlijkheid met andere opleidingen te ontwikkelen.

Voorspelbaar rooster voor studenten

Door het roosteren in blokken is er een voorspelbaar rooster voor studenten en medewerkers. Voltijd studenten hebben daarnaast één vaste vrije dag in de week.

Door het lerend netwerk, zijn medewerkers van de inhoud en de processen beter gaan samenwerken.

Door de vier pilots uit te voeren, is een samenwerking op inhoud en processen tot stand gekomen die in de toekomst helpt bij de inrichting van een Leven Lang Ontwikkelende (LLO) organisatie.

‘Ik ben heel erg trots dat we met z’n allen deze nieuwe mooie curricula hebben kunnen opleveren en uitvoeren.’

Deze doelen zijn behaald:

Vanuit de praktijk en verbeterpotentieel ontstond het

eerste 100-dagen traject.

Het aanbieden van ondersteuning

aan MBO-instromers.

Na ieder traject is het geheel geëvalueerd

en verder gefinetuned.

Studentstory 100-dagentraject (nu Quickstart)

Annemieke Henzen (22) maakte de overstap van het mbo naar het hbo. Via het 100-dagentraject wordt zij gecoacht door andere studenten op verschillende hbo-vaardigheden, zoals taal en studeren. “Ik merkte echt een niveauverschil toen ik op het hbo begon.

Omgang met studentcoach

Annemieke volgde de opleiding tot onderwijsassistent en is daarna begonnen met de opleiding Leraar Basisonderwijs aan de CHE. “Ik vind het geweldig om zelf les te kunnen geven. Maar de overstap is wel pittig.”⁠

“Ik dacht dat ik de enige was, maar door het 100-dagentraject kwam ik erachter dat er meer mensen moeite hebben met de overgang van mbo naar hbo. Daarom is de omgang met de studentcoach heel fijn! Het leren vind ik namelijk lastiger dan ik had verwacht en door de trainingen weet ik nu hoe ik daarmee om kan gaan.”⁠

“Toen ik aan dit traject begon, zag ik door de bomen het bos niet meer. Ik moest zoveel doen voor mijn opleiding. Door de hulp vanuit het traject voelde ik me niet alleen en in middels heb ik mijn planning zo aangepast dat ik overzicht heb en alles kan doen dat ik moet doen. Ik raad het iedereen aan.”⁠

Het 100-dagentraject is onderdeel van het project mbo in- en doorstroom, één van de negen projecten die vanuit de studievoorschotmiddelen zijn opgestart om kwaliteitsverbetering in het onderwijs te realiseren. Meer weten? Check het Portaal.

CHE op Instagram #Studentstory

 🙋‍♀‍ Annemieke Henzen⁠ 🏫 | Leraar Basisonderwijs ⁠| 100-dagentraject⁠

Studenten enthousiast over 100-dagen traject


Tweemaal per jaar wordt het traject aangeboden vanuit StudentenWelzijn en ook de opleiding Verpleegkunde heeft het verwerkt in de studieroute voor studenten die vanuit het mbo in jaar 2 van de hbo-V mogen instromen.


Studenten zijn erg enthousiast over het traject. Ter illustratie: de vraag hoe tevreden de deelnemers (SEM 2 2023-2024) zijn over de dagen Quickstart in het algemeen, scoort een 4,2 op een schaal van 5.

Zachte landing in het hbo!

Met de continuering van het traject, bieden we aan eerstejaarsstudenten een zachte landing in het hbo. 

Door het traject actief aan te bieden, ervaren studenten dat het niet nodig is om zich onzeker te voelen wanneer ze worstelen met studie- en taalvaardigheden. Het bijspijkeren van deze hbo-vaardigheden kan voor hen onderdeel zijn van de studie.

Studenten geven Quickstart vorm

De uitvoering van het project is door studenten vormgegeven. In de projectgroep hadden we standaard twee studentleden. Zij namen de organisatie van het Eerste 100-dagen traject op zich. Daarnaast waren er nog studentcoaches in dienst die de deelnemers van het traject in groepjes begeleidden.

Studenten enthousiast over 100-dagen traject


Tweemaal per jaar wordt het traject aangeboden vanuit StudentenWelzijn en ook de opleiding Verpleegkunde heeft het verwerkt in de studieroute voor studenten die vanuit het mbo in jaar 2 van de hbo-V mogen instromen.


Studenten zijn erg enthousiast over het traject. Ter illustratie: de vraag hoe tevreden de deelnemers (SEM 2 2023-2024) zijn over de dagen Quickstart in het algemeen, scoort een 4,2 op een schaal van 5.

Studenten geven Quickstart vorm

De uitvoering van het project is door studenten vormgegeven. In de projectgroep hadden we standaard twee studentleden. Zij namen de organisatie van het Eerste 100-dagen traject op zich. Daarnaast waren er nog studentcoaches in dienst die de deelnemers van het traject in groepjes begeleidden.

Zachte landing in het hbo!

Met de continuering van het traject, bieden we aan eerstejaarsstudenten een zachte landing in het hbo. 

Door het traject actief aan te bieden, ervaren studenten dat het niet nodig is om zich onzeker te voelen wanneer ze worstelen met studie- en taalvaardigheden. Het bijspijkeren van deze hbo-vaardigheden kan voor hen onderdeel zijn van de studie.

´Waar ik heel enthousiast over ben, is dat we dit echt sámen met studenten hebben ontwikkeld.´

Deze doelen zijn behaald:

 

Tientallen studenten hebben deelgenomen aan een

uitdagend Honours Programma.

Studenten

gaven positieve evaluaties.

Studenten waardeerden

de internationale contacten.

Op zoek naar meer uitdaging en sociale community

Natasha Peters (20) is vierdejaars student innovatieve bedrijfskunde en deed daarvoor de havo. Ze besloot meteen in het eerste jaar mee te doen met het Honours Programma. “Ik merkte dat ik de studie niet zo zwaar vond en was op zoek naar meer uitdaging, maar ook naar meer sociale community vanwege Corona. Ik hoorde over het programma (toen nog excellentietraject) en besloot me aan te melden.”

Afhakers

In totaal deed Natasha 2,5 jaar aan het programma mee. Dat ging niet altijd vanzelf: het eerste semester haakten uiteindelijk alle leden van haar werkgroep af. Zelf bleef ze, want ze deed een interessant onderzoek en wilde dat afronden.

Eigenlijk was er zo altijd wel weer een reden om verder te gaan. 

“Ik vond niet alle onderzoeken die we deden interessant, maar ik leerde altijd weer iets nieuws. Daarnaast krijg je coaching, persoonlijk en in groepsverband. Daar leer je veel van. Hoe pak je dingen aan, waar leer jij van, waar loop je tegenaan en hoe ga je dat oplossen?

Doelen stellen

Ook heb ik leren nadenken over het stellen van doelen. Wat wil je dit semester leren, hoe ga je dat bereiken? Eigenlijk gaat het vooral over reflecteren op wie je bent en wat je wilt doen. Je leert nadenken over jezelf en dat vind ik heel waardevol.”

 

Eigenlijk gaat het vooral over reflecteren op wie je bent en wat je wilt doen. Je leert nadenken over jezelf en dat vind ik heel waardevol.”

Enthousiastelingen

Het bleek goed mogelijk om een groep eerstejaars te enthousiasmeren voor een Honours Programma. 

Honours Programma stopgezet

Op basis van de ervaringen van afgelopen jaren en de inschrijvingen per semester 1 (2023-2024) is geconcludeerd dat er onvoldoende belangstelling is voor het uitvoeren van een Honours Programma. Dit betekent dat het Honours Programma is stopgezet.

Commitment niet even duurzaam

In de loop van het startsemester bleek het commitment van de meeste deelnemers echter oppervlakkig. Veel studenten namen van week tot week het besluit om wel/niet te verschijnen bij de activiteiten. Dat werkte niet goed op de sfeer. 

Hetzelfde merkten we bij de overgangen van het ene naar het volgende semester. Ook al werd de inhoud van het programma echt wel gewaardeerd, dat vertaalde zich toch niet naar het continueren van de deelname. 

Enthousiastelingen

Het bleek goed mogelijk om een groep eerstejaars te enthousiasmeren voor een Honours Programma. 

Commitment niet even duurzaam

In de loop van het startsemester bleek het commitment van de meeste deelnemers echter oppervlakkig. Veel studenten namen van week tot week het besluit om wel/niet te verschijnen bij de activiteiten. Dat werkte niet goed op de sfeer. 

Hetzelfde merkten we bij de overgangen van het ene naar het volgende semester. Ook al werd de inhoud van het programma echt wel gewaardeerd, dat vertaalde zich toch niet naar het continueren van de deelname. 

Honours Programma stopgezet

Op basis van de ervaringen van afgelopen jaren en de inschrijvingen per semester 1 (2023-2024) is geconcludeerd dat er onvoldoende belangstelling is voor het uitvoeren van een Honours Programma. Dit betekent dat het Honours Programma is stopgezet.

‘Ik denk dat het super belangrijke vaardigheden zijn, dat als het lastig is, je toch in staat bent om te gaan bewegen en dingen uit te proberen.’

Deze doelen zijn behaald:

Tijdens het afstuderen versterken we de community tussen onderwijs, onderzoek en

werkveld.

Studenten, docenten en werkveldpartners leren, werken en innoveren rondom een

groot vraagstuk.

Ruim 780 studenten zijn afgestudeerd binnen een

Learning Community.

‘Deze leergemeenschap is uniek in Nederland´

Twee á drie keer per jaar komt er een bijzondere groep mensen bij elkaar. Ouders van uit huis geplaatste kinderen, professionals van verschillende organisaties, studenten én onderzoekers ontmoeten elkaar op de CHE. Onderzoeker Charissa Bakema vertelt: ‘De waarde van de groep is dat beide waarheden op tafel komen en je het daar over hebt.´

Groep in de marge

De professionele leergemeenschap ouders is ontstaan vanuit een onderzoek van lector Martine Noordegraaf naar ouders en pleegouders, schetst Charissa de achtergrond. ´Martine zegt daar altijd over: ‘Tijdens de interviews realiseerde ik me dat ouders van uit huis geplaatste kinderen een groep is die écht in de marge staat.’ Zij krijgen weinig begeleiding waar ze blij mee zijn. Vanuit dat besef wil Martine met deze leergemeenschap die ouders een stem te geven.’

Henk Jonker, directeur van de stichting Jeugdorp De Glind noemt de samenstelling van de leergemeenschap uniek. ´Ik vind dat écht geweldig. Vaak staan ervaringsdeskundigen, professionals en onderzoekers los van elkaar. Dat je je op zo´n plek deze mix van deelnemers treft en met ouders spreekt, is uniek in Nederland.

Wat mij van elke bijeenkomst bijblijft, is de sfeer van gelijkwaardigheid die er hangt en de bereidheid om naar elkaar te luisteren. Dat heeft Martine neergezet, en nu de leergemeenschap wordt voortgezet door haar collega’s is dat heel goed overgenomen.´

Ervaringsdeskundige in leergemeenschap

Coby is één van de ouders die deelneemt aan de leergemeenschap. ‘Ik vind de samenkomsten altijd heel inspirerend. Ik vind het mooi dat ik iets kan doen met mijn ervaring. Toen corona uitbrak moest ik stoppen met mijn vrijwilligerswerk in een verzorgingstehuis, en verveelde ik me enorm. Mijn dochter moedigde me aan om me aan te melden voor de leergemeenschap.’

Het belichten van thema’s vanuit verschillende invalshoeken is heel waardevol, vindt Coby. ‘Het is een beladen onderwerp, maar ik vind het een bevrijding om er met deze andere ouders en deelnemers over te praten. 

Tijdens de bijeenkomsten kunnen we met elkaar discussiëren, zonder dat je tégen elkaar bent. Ik geloof dat hoe groter de leergemeenschap is, hoe meer mensen gaan samenwerken. Op die manier zal het in de praktijk uiteindelijk beter gaan.’

Waarde voor grote vragen

Ook volgens Charissa zit de waarde van deze leergemeenschap in het uitwisselen van diversiteit. ‘Dat je vanuit verschillende kennisbronnen (ervaring, vanuit het onderwijs, organisaties of onderzoek) met elkaar in gesprek gaat, levert op meerdere gebieden impact op.’

Ze noemt als voorbeeld dat ze samen met de ouders naar een stukje van een documentaire keek, waar je een ouder in gesprek ziet met een pleegouder. ‘De ouders gaven op dit fragment een hele andere reactie dan ik. De waarde van de groep is dat beide waarheden op tafel komen en je het daar over hebt. Je krijgt begrip voor elkaars situatie, en dat neem je ook mee als professional bijvoorbeeld in een training of in onderwijs met studenten.’ >>

 

‘Ik vind de samenkomsten altijd heel inspirerend. Ik vind het mooi dat ik iets kan doen met mijn ervaring.”

>> Dat onderschrijft Coby: ‘Door deze samenkomsten groei ik zelf ook, en heb ik het gevoel dat ik weer een klein beetje meedoe aan de maatschappij. Mijn netwerk is veel groter geworden. Ik heb al meegewerkt aan bijvoorbeeld een studiedag van pleegzorgmedewerkers, heb interviews gegeven aan de Evangelische Omroep en draag bij aan een commissie van ZonMW.’

Henk Jonker, ziet de leergemeenschap in de toekomst graag groeien. ´Ik denk dat we binnen de Jeugdzorg sector hier veel van kunnen leren. We zijn gemakkelijk in het geven van stempeltjes, terwijl we meer recht moeten doen aan het individu. In het verhaal van de ouders zit een oproep aan andere ouders die van hen kunnen leren, en aan mijzelf en collega´s. Maar ook buiten deze sector geeft de leergemeenschap veel te denken. Als maatschappij moeten we meer openstaan voor de verhalen van anderen, écht luisteren, oefenen en ervaren.´

De professionele leergemeenschap Ouders maakt deel uit van het associate lectoraat Pleeg-en Gezinshuiszorg en wordt geleid door Danielle van de Koos-Dees. De groep bestaat uit twee jeugdbeschermers, en de volgende organisaties: Leger des Heils, stichting Jeugddorp De Glind, Simba Familiezorg, Ethics Filmservice/Film Moment/stichting Social Film. Per jaar sluiten verschillende studenten aan met een onderzoek.

Afstudeermogelijkheden

Er zijn nu 67 Learning communities verdeeld over de voltijd bacheloropleidingen van de CHE. Hiermee hebben alle voltijdstudenten de keuze om binnen een Learning community af te studeren. Nog even de cijfers op een rijtje:

  • 250 afstuderende studenten per jaar
  • 100 duurzame deelnemende werkveldpartners
  • 75 korte cyclische werkveldpartners
  • 60 deelnemende docenten/onderzoekers

 

En het gaat door…

De Learning communities stoppen gelukkig niet met het aflopen van het project. Het onderzoeken en innoveren in multidisciplinaire groepen is waardevol voor studenten, docenten en werkveldpartners. Daarom is dit niet de eindstand. De LC’s die er nu zijn, blijven ook na het einde van de projectperiode.

We hebben samen met project 8: Innovatieve Werkplaatsen een advies opgeleverd om Leren met Maatschappelijke Impact een structurele plaats te bieden in de opleidingen, met daarbinnen goede ondersteuning en veel ruimte voor innovatie en experimenteren met deze vorm van leren.

Dít levert het op!

Onderzoekend vermogen heeft opgeleverd dat door afstuderen in een LC op een (onderdeel van) een groot vraagstuk studenten kennis uit algemene theorie leren toepassen in een specifieke context, dit heeft grote meerwaarde omdat HBO professionals dit voortdurend moeten doen in hun werk. Extra fijn is het dat door samen met de praktijk te werken de resultaten van een project ook echt gebruikt worden, dat geeft veel voldoening.

Minder eenzaam, minder pittig

Wat we ook zien is dat het voor studenten veel minder eenzaam is om af te studeren. De afstudeerfase is voor een deel van de studenten echt pittig omdat er minder structuur is, minder contactmomenten, tegelijkertijd moet je echt iets leveren. Dat kan een gevoel geven van dat je er alleen voor staat. Maar afstuderen in een learning community brengt mee dat studenten in verbinding blijven met medestudenten, docenten, docentonderzoekers en werkveldpartners.  

Afstudeermogelijkheden

Er zijn nu 67 Learning communities verdeeld over de voltijd bacheloropleidingen van de CHE. Hiermee hebben alle voltijdstudenten de keuze om binnen een Learning community af te studeren. Nog even de cijfers op een rijtje:

  • 250 afstuderende studenten per jaar
  • 100 duurzame deelnemende werkveldpartners
  • 75 korte cyclische werkveldpartners
  • 60 deelnemende docenten/onderzoekers

 

Dít levert het op!

Onderzoekend vermogen heeft opgeleverd dat door afstuderen in een LC op een (onderdeel van) een groot vraagstuk studenten kennis uit algemene theorie leren toepassen in een specifieke context, dit heeft grote meerwaarde omdat HBO professionals dit voortdurend moeten doen in hun werk. Extra fijn is het dat door samen met de praktijk te werken de resultaten van een project ook echt gebruikt worden, dat geeft veel voldoening.

En het gaat door…

De Learning communities stoppen gelukkig niet met het aflopen van het project. Het onderzoeken en innoveren in multidisciplinaire groepen is waardevol voor studenten, docenten en werkveldpartners. Daarom is dit niet de eindstand. De LC’s die er nu zijn, blijven ook na het einde van de projectperiode.

We hebben samen met project 8: Innovatieve Werkplaatsen een advies opgeleverd om Leren met Maatschappelijke Impact een structurele plaats te bieden in de opleidingen, met daarbinnen goede ondersteuning en veel ruimte voor innovatie en experimenteren met deze vorm van leren.

Minder eenzaam, minder pittig

Wat we ook zien is dat het voor studenten veel minder eenzaam is om af te studeren. De afstudeerfase is voor een deel van de studenten echt pittig omdat er minder structuur is, minder contactmomenten, tegelijkertijd moet je echt iets leveren. Dat kan een gevoel geven van dat je er alleen voor staat. Maar afstuderen in een learning community brengt mee dat studenten in verbinding blijven met medestudenten, docenten, docentonderzoekers en werkveldpartners.  

‘Wat ik een heel tof resultaat vind van Learning Communities, is dat studenten vaardigheden ontwikkelen die als ze straks aan het werk gaan écht nodig zullen hebben.’

Deze doelen zijn behaald:

 

 

 

 

Omdat taal leuk is!

Taalbekendheid.

Aanbod voor ondersteuning bij

Engels.

opzetten van visie en pilot op hogeschoolbrede

taaltoets.

‘Mijn advies aan studenten is om slimmer te zijn dan ChatGPT’

Marjolein Bos-Zantema is sinds de start van de PTO-projecten werkzaam bij het Talencentrum als ondersteuner en als projectlid van Taal Centraal. ‘Vijf jaar geleden kwamen studenten langs en vroegen of we hun verslag wilden nakijken. Nu coachen we studenten meer en kunnen onze taalcoaches ze echt meenemen in hun schrijfproces.’ 

‘Had ik dat maar geweten!’

Jaren geleden merkten Marjolein en haar collega’s dat het Talencentrum nog niet overal bekend was bij studenten. ‘We spraken bijvoorbeeld vierdejaars studenten die zeiden, had ik dát maar geweten, dat jullie mij konden helpen.’ We zijn toen meer aan PR gaan doen, en toen kwamen er ook meer vragen. Met de PTO-gelden konden we de taalcoaches uitbreiden met meer uren en meer mensen.

We zijn van één naar drie inloopspreekuren gegaan (waarvan de woensdagavond alleen op afspraak) en naar aanbod van online taalcoaching per e-mail en teams.’

De cijfers laten ook de groei zien op het gebied van coaching. In het studiejaar 2019/2020 kregen 134 studenten taalcoaching, in het studiejaar 2022/2023 waren dat 200 studenten.  

 

‘We spraken bijvoorbeeld vierdejaars studenten die zeiden, had ik dát maar geweten, dat jullie mij konden helpen.’

Masterclasses

Ook is met inzet van de PTO-gelden het aanbod van het Talencentrum verbreed. ‘We konden Hogeschool breed meer trainingen aanbieden, bijvoorbeeld op het gebied van spelling, formulering en APA.’ In 2022/2023 werden er tien taaltrainingen gehouden met in totaal 425 studenten die hier aan deelnamen. Daarnaast is het Talencentrum binnen de opleidingen meer aan de slag gegaan met aanbod op maat. ‘Ook hebben we verschillende masterclasses aangeboden, onder andere over poëzie, gebarentaal en literatuur.’

Marjolein ziet dat studenten andere vragen stellen dan vijf jaar geleden. ‘Eerder werd ons vaker gevraagd om alleen op een verslag mee te kijken. Nu krijgen we bijvoorbeeld vragen als: ik moet schrijven, maar hoe moet ik beginnen? Dan gaat een taalcoach rustig met de student zitten en een schrijfplan maken. Wat heb je nodig om een goed begin te kunnen maken? Ook krijgen we veel vragen rondom bronvermelding, die komen steeds meer binnen.’

Slimmer zijn dan ChatGPT

Sinds het PTO-project van start is gegaan, ziet Marjolein verschillende trends. ‘De opkomst van ChatGPT is echt een ding. Artificial Intelligence is echt iets dat studenten gaan gebruiken, het is een ontwikkeling waar je als Hogeschool echt mee te maken hebt. Mijn advies aan studenten is dat je er niet afhankelijk van moet worden, en dat je in staat moet zijn om het resultaat van ChatGPT kunt checken. Dus je moet slimmer zijn.’

De PTO-gelden stoppen eind dit jaar, maar Marjolein hoopt dat de trainingen blijven bestaan én dat het in meerdere opleidingen geborgd blijft. ‘De taal coaching is nu veel maatwerk. Ik hoop dat het anders wordt, maar niet minder. Veel studenten maken er nu gebruik van.’

Diagnostische toets

Ook is het Talencentrum nog druk bezig met het ontwikkelen van een diagnostische toets. ‘We willen graag vanaf januari 2025 een diagnostische toets afnemen bij eerstejaars studenten, om te kijken wat het taalniveau is. Dan kunnen we op basis daarvan het aanbod inrichten. Ik vind dat echt belangrijk, omdat het taalniveau over het algemeen niet al te best is. Communicatie is nu vaak vluchtig via Whatsappen of Social Media, dus ik denk dat docenten dat ook terug zien in verslagen. Ik hoop dat het écht genoeg prioriteit heeft.’

Taalcoaching

  • Live en online, beschikbaar voor alle studenten van de CHE
  • In Nederlands en Engels
  • 2x per week spreekuur op de CHE (di en do tussen 11.30 en 13.30u) en 1x in de week online

Gemiddeld 150 taalcoachingssessies per kwartaal

Door sommige bijzondere activiteiten (masterclasses ‘Chinees’, ‘gebarentaal’, schrijven van de poëziebundel) en ludieke acties (verstoppen van chocoladeletters in de hogeschool, quiz ‘Welkom in 10 talen’ aan het begin van het schooljaar) is taal ook leuk geworden (zo kregen wij terug).

Taaltraining & Quickstart 

Taaltrainingen op het gebied van spelling, formuleren, APA, schrijven van teksten en onderzoek doen.

Laatste hogeschoolbrede training: 50 studenten aanwezig

“Quickstart”; introductie/start upcolleges voor nieuwe (mbo)studenten in het hbo.

Verpleegkunde Quickstart 25 studenten

Quickstart CHE (breed): 15 studenten

Taal noodzakelijk onderdeel curriculum

De samenwerking met CT en Studentenwelzijn heeft ervoor gezorgd dat taal een noodzakelijk onderdeel is van het curriculum en dat opleidingen daar eigenaar zijn van zijn en talencentrum ondersteunend.

Opvallend is ook dat door de jaren heen vanuit opleidingen meer en meer de samenwerking werd opgezocht met het Talencentrum. Niet alleen voor het verzorgen van taaltrainingen, maar ook voor individuele vragen.

Taalcoaching

  • Live en online, beschikbaar voor alle studenten van de CHE
  • In Nederlands en Engels
  • 2x per week spreekuur op de CHE (di en do tussen 11.30 en 13.30u) en 1x in de week online

Gemiddeld 150 taalcoachingssessies per kwartaal

Taaltraining & Quickstart 

Taaltrainingen op het gebied van spelling, formuleren, APA, schrijven van teksten en onderzoek doen.

Laatste hogeschoolbrede training: 50 studenten aanwezig

“Quickstart”; introductie/start upcolleges voor nieuwe (mbo)studenten in het hbo.

Verpleegkunde Quickstart 25 studenten

Quickstart CHE (breed): 15 studenten

Door sommige bijzondere activiteiten (masterclasses ‘Chinees’, ‘gebarentaal’, schrijven van de poëziebundel) en ludieke acties (verstoppen van chocoladeletters in de hogeschool, quiz ‘Welkom in 10 talen’ aan het begin van het schooljaar) is taal ook leuk geworden (zo kregen wij terug).

Taal noodzakelijk onderdeel curriculum

De samenwerking met CT en Studentenwelzijn heeft ervoor gezorgd dat taal een noodzakelijk onderdeel is van het curriculum en dat opleidingen daar eigenaar zijn van zijn en talencentrum ondersteunend.

Opvallend is ook dat door de jaren heen vanuit opleidingen meer en meer de samenwerking werd opgezocht met het Talencentrum. Niet alleen voor het verzorgen van taaltrainingen, maar ook voor individuele vragen.

‘Taal staat niet op zichzelf. Daarom hebben we samen met StudentenWelzijn en mbo- in en doorstroom een mooi traject vormgegeven dat in de toekomst nog vaker aangeboden wordt.’ 

Deze doelen zijn behaald:

Kwaliteitsverbetering op interprofessioneel

opleiden.

Studenten waarderen

interprofessioneel opleiden – 3,97 op schaal van 5.

Ontstaan van samenwerkingsverbanden en

intervisie.

Creatieve broedplaatsen voor studenten vanuit verschillende disciplines

In de minor ACT kunnen studenten vanuit verschillende disciplines samen met een werkveldpartner werken aan cross over project: een creatieve broedplaats voor studenten.

Samenwerking Cultura

Deze minor bestaat uit twee onderdelen: trainingsacteren en theatraal onderzoeken en interveniëren. Het tweede gaat in samenwerking met Cultura, centrum voor kunst en cultuur in Ede. ACT weet inmiddels uit ervaring dat samenwerken met een co-producer stimulerend en verdiepend is voor de leerprocessen van studenten. Ook voor Cultura levert de samenwerking iets op >>

>> zij willen graag weten wat studenten en leeftijdsgenoten bezighoudt zodat ze hun programmering en projecten kunnen aanpassen om ook deze doelgroep te bereiken. Voor de studenten is het fantastisch dat ze hun ‘theatrale interventie’ mogen uitvoeren tijdens een gezamenlijk gecreëerd festival in Cultura.

Verschillende type studenten

Bij ACT werken studenten van de Pabo, Verpleegkunde, Social Work, Communicatie en Journalistiek samen. En ook een paar studenten van andere hogescholen, zoals Rianne Modderkolk (Social Work aan de HU).

“Ik doe deze minor omdat ik meer wilde leren van trainingsacteren en ik doe dit jaar een bestuursjaar en wilde dat combineren met een leuke, nieuwe ervaring.”

Haar klasgenoot Albert Stilma studeert communicatie aan de CHE en heeft zijn eigen redenen om mee te doen: “Ik koos deze minor omdat ik in de toekomst misschien iets met film of acteren wil doen. Maar daarnaast wil ik leren om mezelf soepeler en met meer zelfvertrouwen te presenteren voor een groep.”

Theatrale Interventie

Met elkaar werken ze aan een ‘theatrale interventie’. Dat kan van alles zijn, een theatrale ontmoeting, een sketch, spoken word of muzikale ervaring. De studenten zullen de interventies uiteindelijk opvoeren voor publiek op een gezamenlijk vormgegeven festival in Cultura met het thema ‘de zin van het leven’. 

Ook komt de theatrale popband Boter bij de Vis, gevormd door twee alumni van de CHE die het festival extra sfeer geven. Albert: “We werken in kleine groepjes aan onze eigen interventie. Dat vind ik heel leuk; het is veilig en tegelijk uitdagend.” Dat je samenwerkt met studenten uit andere studies, is voor hem een meerwaarde: 

“Er zitten meer verschillende types mensen in deze groep. Zelf studeer ik communicatie en de meeste studenten van die opleiding zijn vrij rustig. In deze groep varieert dat veel meer. Dat levert soms reacties op die ik zelf niet had bedacht.”

  •  
1

 

Onderzoek doen is allang niet meer alleen voor studenten die universitair onderwijs volgen. Ook hbo-studenten kunnen daarmee in een onderzoeksteam kennismaken tijdens hun studie, via de zogenaamde Learning Communities. Rhodé Antes (22) studeerde afgelopen zomer af aan de Pabo en deed een afstudeeronderzoek op de school waar ze stage liep. Wat voegt zo’n onderzoek nou toe aan een hbo-opleiding?

“Ik kwam van het vwo en wilde de universitaire Pabo doen,” vertelt Rhodé. ”Maar toen mijn studie startte, bleek dat niet meer te kunnen. De studie vond ik niet zo veeleisend, dus ik zocht een extra uitdaging. (…)

2

(…) Bovendien wil ik over een paar jaar een master onderwijskunde gaan volgen. Daarom leek het me leuk alvast kennis te maken met onderzoek doen.”

3

Verkennend onderzoek

Alle Pabo-studenten studeren af met een onderzoek. Maar je kunt ervoor kiezen dit te doen in een onderzoeksteam waarmee je het verbreedt en gezamenlijk doet. Rhodé koos voor zo’n onderzoek in een learning community (sommige opleidingen noemen het professionele leergemeenschap). Ze koos er ook voor een jaar lang onderzoek te doen (in haar derde én vierde jaar) i.p.v. een korter onderzoek van een halfjaar. “Dat kon, omdat ik bij dezelfde school kon blijven. Op de school waar ik stage liep, kreeg ik van leerkrachten op mijn stageschool colleges over onderzoek doen. We onderzochten hoe sociaal emotioneel leren werkt bij kinderen. In het derde jaar eerst een verkennend onderzoek dat ik met twee andere studenten deed. In het vierde jaar werkte ik, alleen, aan een vervolgonderzoek.”

 

 

De diepte in

“Vooraf had ik geen duidelijke verwachtingen. Maar ik vond het leuk om echt de diepte in te kunnen gaan over een onderwerp. Het was alleen best lastig er tijd voor vrij te maken. Het kostte gemiddeld ongeveer acht uur per maand. Soms zijn er piekmomenten, maar als je het samen doet, kun je het met elkaar verdelen.”
“Het eerste onderzoeksteam bestond uit derde- en vierdejaarsstudenten, drie leerkrachten (uit het werkveld) en de lector, Gert-Jan Veerman.

4

Hij begeleidde ons, las onze plannen en hielp met de onderzoeksvragen en het bepalen van de hoofdvraag. Hij dacht echt met ons mee en gaf ons in elke fase feedback waarmee we ons plan konden aanpassen. Daar heb ik veel van geleerd.

 

5

Toegevoegde waarde

Inmiddels staat Rhodé vier dagen in de week voor de klas in groep zes van een school in Bennekom. Heeft zo’n onderzoek doen nog iets toegevoegd voor haar werk als leerkracht? “Dat vind ik wél. Ik moest met de school meedenken en dan krijg je meer inzicht in hoe een school werkt. Daarnaast heb ik veel geleerd over sociaal emotioneel leren. Ik vind dat leuk, maar je moet er ook een beetje van houden. Want sommige studenten vinden het vooral veel extra werk, en dat is het ook. Maar als je het leuk vindt om de diepte in te gaan, dan is het de moeite waard.

 

6

Het is in ieder geval een extra uitdaging!

Studenten professionele partners

Studenten ontwikkelen een interprofessioneel vermogen waardoor zij in het werkveld als professionele partner begroet worden. Een alumnus gaf terug dat interdisciplinair samenwerken rondom botsende perspectieven hem de bagage had opgeleverd die hem in het concrete werkveld goed van pas kwam.

  • In totaal waren er 64 innovatiewerkplaatsen;
  • 2.422 studenten hebben deelgenomen aan een innovatiewerkplaats.

Innovatie & creativiteit

Het bijdragen aan oplossingsruimte van complexe vraagstukken vraagt innovatie, creativiteit en andere (toets)vormen van onderwijs (bijv. escaperoom als toetsopdracht).

Krachtige leeromgeving!

Werkveldpartners weten met hun (complexe) vraagstukken een krachtige leeromgeving voor interprofessioneel opleiden te bieden en zien hun praktijkcontext verrijkt  door de opbrengsten. Studenten doen specifieke sectorkennis op en leren hoe als professional met de grote (maatschappelijke) vragen om te gaan.

Crossovers

Docenten weten in toenemende mate crossovers met andere opleidingen te maken en bekwamen zich in de coachingsrol van interprofessioneel opleiden.

Studenten professionele partners

Studenten ontwikkelen een interprofessioneel vermogen waardoor zij in het werkveld als professionele partner begroet worden. Een alumnus gaf terug dat interdisciplinair samenwerken rondom botsende perspectieven hem de bagage had opgeleverd die hem in het concrete werkveld goed van pas kwam.

  • In totaal waren er 64 innovatiewerkplaatsen;
  • 2.422 studenten hebben deelgenomen aan een innovatiewerkplaats.

Krachtige leeromgeving!

Werkveldpartners weten met hun (complexe) vraagstukken een krachtige leeromgeving voor interprofessioneel opleiden te bieden en zien hun praktijkcontext verrijkt  door de opbrengsten. Studenten doen specifieke sectorkennis op en leren hoe als professional met de grote (maatschappelijke) vragen om te gaan.

Innovatie & creativiteit

Het bijdragen aan oplossingsruimte van complexe vraagstukken vraagt innovatie, creativiteit en andere (toets)vormen van onderwijs (bijv. escaperoom als toetsopdracht).

Crossovers

Docenten weten in toenemende mate crossovers met andere opleidingen te maken en bekwamen zich in de coachingsrol van interprofessioneel opleiden.

‘Noodzaak voor dit project is om onze studenten straks af te leveren in een maatschappij waarbij vraagstukken vaak heel complex geworden zijn, en het niet mogelijk is om vanuit één discipline bij te dragen aan de oplossingsruimte.’

Deze doelen zijn behaald:

 

 

 

 

De docentkwaliteit blijft

merkbaar hoog.

 

 

 

Werken aan docentkwaliteit is onderdeel van de plannen, uitvoering en

kwaliteitscyclus.

 

 

 

Docenten leerde door corona om onderwijs op verschillende manieren

vorm te geven.

 

 

 

Projectleider aan het woord: ‘Dit project gaat om ruimte creëren!’

Dit project gaat om ruimte creëren om je voortdurend te ontwikkelen in je didactische en pedagogische vaardigheden als docent’, vertelt Douwe Schaaf (leidinggevende en docent journalistieke vernieuwing).

Eigenaarschap over thema’s

‘Teamleren doe je het beste midden in de praktijk van je eigen team. Daarbij is een principe dat het eigenaarschap over de thema’s zo veel mogelijk bij de opleidingen zelf ligt. Zij zijn immers verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun onderwijs.’

Ik ervaar het docentschap zelf als een leuk, maar ook erg uitdagend en veeleisend vak. Elke keer is het weer spannend en daarbij verandert het onderwijs en veranderen studenten door de tijd. In alle drukte hadden docenten vóór dit project te weinig tijd voor didactische ontwikkeling.

Zelf organiseren

‘Wat ik mooi vind, is dat we in het begin heel bewust hebben gekozen om de didactische ontwikkeling in de teams zelf te organiseren en dat het is gelukt om collega’s het gevoel van ruimte te geven voor de eigen groei als docent (zie docentscan links).

Ook zijn er door dit project binnen elk team nu didactisch experts die hun team hierin inhoudelijk begeleiden en kiezen zij in overleg met het team, curriculumteam en leidinggevende elk jaar bewust voor de didactische thema’s waarop zij zich willen ontwikkelen.

In mijn andere rol als leidinggevende denk ik dat dit de meest kansrijke manier waardoor het docentleren ook doorgaat als dit project is afgerond.’

Samenwerking en verdieping

Wat het project heeft opgeleverd, is samenwerking met leidinggevenden, curriculumteams, didactisch coaches en onderwijsadviseurs in de opleidingen, en onderlinge uitwisseling en verdieping met de didactisch coaches van de verschillende opleidingen.

Binnen PTO samenwerking met PTO1 (Professionele identiteit) en PTO3 (flexibel onderwijs). PTO9 gaat verder onder het kernteam HRD (human resource development) dat nauw samenwerkt met de onderwijsadviseurs.

 

Innoveren voor studenten

Het blijft voor studenten merkbaar dat docenten zich blijvend ontwikkelen in hun docentschap. Bijvoorbeeld doordat ze feedback vragen bij een les of doordat ze nieuwe vormen van onderwijs uitproberen.

Didactische coaches

Er blijven didactisch coaches in elke opleiding die collega’s helpen om zich als docent te ontwikkelen. Ook blijft er jaarlijks extra professionaliseringstijd beschikbaar voor docentprofessionalisering.

Goed bezig!

In 4 jaar zijn er circa 95 trajecten geweest met ruim 350 docenten. De meeste trajecten rondom activerende didactiek, holistisch beoordelen en feedback, studentbegeleiding en coaching, blended learning.  

Daarbij zijn docentenaspecten in de NSE (Hele CHE 2024) bijna allemaal gestegen t.o.v. 2023 in vergelijking met andere hogescholen en extra gestegen in vergelijking met andere hogescholen op het gebied van didactische vaardigheden. 

Samenwerking en verdieping

Wat het project heeft opgeleverd, is samenwerking met leidinggevenden, curriculumteams, didactisch coaches en onderwijsadviseurs in de opleidingen, en onderlinge uitwisseling en verdieping met de didactisch coaches van de verschillende opleidingen.

Binnen PTO samenwerking met PTO1 (Professionele identiteit) en PTO3 (flexibel onderwijs). PTO9 gaat verder onder het kernteam HRD (human resource development) dat nauw samenwerkt met de onderwijsadviseurs.

 

Didactische coaches

Er blijven didactisch coaches in elke opleiding die collega’s helpen om zich als docent te ontwikkelen. Ook blijft er jaarlijks extra professionaliseringstijd beschikbaar voor docentprofessionalisering.

Innoveren voor studenten

Het blijft voor studenten merkbaar dat docenten zich blijvend ontwikkelen in hun docentschap. Bijvoorbeeld doordat ze feedback vragen bij een les of doordat ze nieuwe vormen van onderwijs uitproberen.

Goed bezig!

In 4 jaar zijn er circa 95 trajecten geweest met ruim 350 docenten. De meeste trajecten rondom activerende didactiek, holistisch beoordelen en feedback, studentbegeleiding en coaching, blended learning.  

Daarbij zijn docentenaspecten in de NSE (Hele CHE 2024) bijna allemaal gestegen t.o.v. 2023 in vergelijking met andere hogescholen en extra gestegen in vergelijking met andere hogescholen op het gebied van didactische vaardigheden. 

‘Voor het leren van de studenten is de rol van docenten cruciaal. Maar die moet zelf natuurlijk ook blijven leren. Ik ben heel blij dat we de afgelopen 5 jaar die ruimte aan docenten hebben gegeven en dat het besef is ontstaan dat we dat moeten blijven doen.’

 

 

Vooruitblik



Roelof van der Horst, programmamanager

 

 

Het programma Toekomstproof Onderwijs heeft een stevige basis gelegd voor nieuwe CHE brede programma’s, zoals flexibel onderwijs en LLO (Leven Lang Ontwikkelen). De lessen uit de afgelopen vijf jaar zijn daarbij van onschatbare waarde.

 

 

 

I

k ben in een later stadium betrokken bij het PTO-team, en wat ik zag staan is een professioneel team, dat trots is op de resultaten en enthousiast is om het programma goed af te ronden.

Wat ik ook zag, was dat er nog veel last minute werk moest gebeuren, zoals adviezen, extra inspanning om projectresultaten te borgen, zeker stellen van budget zodat waardevolle activiteiten ook in 2025 verder gaan.

Wat studenten, docenten en medewerkers van de CHE komende jaren terugzien van PTO is met name de inzet en bijdrage door StudentenWelzijn en Talencentrum en de Learning communities/innovatieve werkplaatsen. Ook de introductie van een nieuwe applicatie (pilot dSPACE) helpt om onderzoek- en onderwijsresultaten (onder andere afstudeerscripties) inzichtelijk te maken voor studenten en medewerkers binnen en partners buiten de CHE. Daarnaast gaan we door met professionele (door)ontwikkeling, waarvoor aandacht blijft voor onze (identitaire) bronnen (denk aan ruimte voor bezinning, vocatio). 

“Boost om onderwijsinnovatie écht vorm te geven”

PTO heeft de CHE een boost gegeven om onderwijsinnovatie écht vorm te geven door veel te verkennen, te experimenteren en om te leren in de praktijk. In en met de praktijk leren betekent ‘out of the box’ zaken oppakken en zo te worden geïnspireerd door anderen (buiten de CHE) en interprofessioneel te leren in de praktijk. Het interprofessioneel (samen)werken kreeg door mooie samenwerkingen en verbinden met nieuwe collega’s écht vorm. 

“Ik ben het meest trots op de interne samenwerking!”

Ik ben zelf het meest trots op de interne samenwerking, ook met de Hogeschool Raad. Dat verloopt plezierig en resultaatgericht. En als we vooruitkijken, ben ik blij met de verantwoording naar het ministerie van OCW/NVAO, waarmee blijkt dat we een enorm bedrag (meer dan 10 miljoen) zorgvuldig en effectief voor de studenten en CHE hebben besteed.’ Dit onderschrijft Marion: ‘Het leek soms alsof we kleine stappen zetten, maar samen hebben we een beweging op gang gebracht die ons nog jaren zal helpen.’

Roelof sluit af: ‘Toekomstproof betekent ook – er blijft werk aan de winkel!’.